naam van een 2-zaadlobbige plantenfamilie (z Frangulinen), met ca 25 soorten, vnl. in de Noordelijke gematigde streken. Het zijn houtgewassen met oneven gevinde bladen met steunblaadjes en trossen of pluimen regelmatige 2-slachtige bloemen met 5 kelken kroonbladen en episepale meeldraden, een intrastaminale discus en een meest 3-hokkig vruchtbeginsel met talrijke zaadknoppen, rijpend tot een doosvrucht met 1 of meer zaden met een vlezig endosperm en een grote kiem per hokje.
Het bekendste geslacht is Staphylea L. of Pimpernoot, gekenmerkt door tegenovergestelde bladen en een opgeblazen vliezige 2-3-hokkige vrucht, 11 soorten rijk, waarvan men veel als sierstruik in tuinen ziet S. colchica Stev., S. pinnata L. en S. trifolia L.