(Ranunculus Ficaria L., syn. Ficaria verna Huds. of ranunculoides Mnch), is een in Nederland en Europa tot West-Azië op beschaduwde plaatsen algemeen voorkomend voorjaarsplantje met glanzige hart-niervormige bladen en goudgele bloemen, die op boterbloemen lijken, maar meest slechts 3 kelkbladen hebben en meer en smaller kroonbladen.
Volgens Engelse onderzoekers bestaan er 2 rassen van: een diploïd vooral in het Z.W. van Engeland voorkomend ras zonder knolletjes en met bloemen met 8-13 brede bloembladen, 19-49 meeldraden en 11-72 stampertjes, die goed zaad geven, en een tetraploïd ras met wortelknolletjes onder de grond en in de bladoksels en 7-11 smalle bloembladen, 14-26 meeldraden en 5-44 stampers in de hier zeer steriele bloemen, welk laatste ras in elk geval in Nederland het meest voorkomt. Het kiempje is merkwaardig, doordat juist als bij de Monocotylen maar 1 zaadlob tot ontwikkeling komt.
