Egyptische god, personificatie van de ledige ruimte tussen hemel en aarde, die volgens de mythe door hem van elkander gescheiden zijn en dagelijks van elkaar gescheiden worden. Als God van de lucht, die deze ruimte vult, is hij de God van het levenselement bij uitstek en wordt hij soms „Leven” genoemd.
Lit.: A. de Buck, Plaats en betekenis van Sjoe in de Egypt. theologie (Amsterdam 1947).