Nederlands scheikundige (Zaandijk 19 Aug. 1872 - Vreeland 4 Juni 1942), studeerde te Amsterdam, o.a. bij Van ’t Hoff, alwaar hij promoveerde en waar hij tot 1908 eerst lector en vervolgens buitengewoon hoogleraar in de pharmacie was. In 1908 werd hij benoemd tot hoogleraar in de pharmacie, toxicologie en analytische chemie te Utrecht.
Bibl.: Commentaar op de Ned. Pharmacopee, 3 dln (1927-1929, met W. C. de Graaff en P. van der Wielen), Organische Analyse, 2 dln (1935-1937); Qualitatieve analyse der metalen zonder toepassing van zwavelwaterstof (het „Aluminiumsysteem”) (1941).
Lit.: Chem. Weekblad 39, 414 (1942).