Engels bioloog (Kingston, Canada, 20 Mei 1848 - Oxford 23 Mei 1894), studeerde te Cambridge en Londen, werd reeds jong bevriend met Darwin, wiens werk hij ondersteunde en populariseerde. Hij paste diens theorie toe op de dierpsychologie.
Van 1888-1891 was hij Fullerian Professor aan het Royal Institute. Hij verdedigde de erfelijkheid van verworven eigenschappen volgens Weissmann.Bibl.: Jelly fish, Star fish and Sea Urchins (1885); Animal Intelligence (1881); Mental Evolution in Animals (1883); Mental Evolution in Man (1888); Examination of Weissmannism (1892); Darwin and after Darwin (1893, 2de dl posthuum 1895, 3de dl niet gepubl.); Essays (ed. C. L. Morgan 1897); Selected Poems (1896).
Lit.: Mrs. E. Romanes, Life and Letters of G. J. R. (1897).
