Wanneer f (x) een functie van x voorstelt, die continu is in het gesloten interval a ≦ x ≦ b en die differentieerbaar is in het open interval
a < x < b, terwijl f (a) = f (b) = 0, dan bestaat er ten minste één punt x = c in het inwendige van het interval, waarvoor f' (c) = 0.
Tussen x = a en x = b moet dus minstens één waarde x = c zijn te vinden, waarvoor de raaklijn in het daarmee overeenstemmende punt van de kromme y = f (x) horizontaal is.