is een handeling, waaraan het objectieve recht (d.i. het recht in de zin van rechtsregel) het ontstaan van een subjectief recht (d.i. recht in de zin van bevoegdheid) verbindt, omdat het aanneemt, dat zodanig gevolg door de handelende persoon is gewild — het is m.a.w. een handeling met een gewild rechtsgevolg. Aan iedere rechtshandeling ligt dus ten grondslag een wilsverklaring, waaraan het objectieve recht (gewilde) gevolgen verbindt.
Men onderscheidt eenzijdige rechtshandelingen, waarbij de wilsverklaring van één persoon voldoende is om een rechtsgevolg teweeg te brengen (bijv. een testament) en tweezijdige of overeenkomsten*, waarvoor nodig zijn de overeenstemmende wilsverklaringen van twee of meer personen.Lit.: E. M. Meyers, De Algemene Begrippen v. h. Burgerl. Recht (1948) blz. 211 w.