noemt men in de W. gebieden der V.S. hetzij de woning van de bezitter of bedrijfsleider (rancher) van een veebedrijf, hetzij het gehele erf met bijgebouwen, stallen en vee of tevens de hiertoe behorende weidegronden. Het woord ranch is afkomstig van het Spaanse woord ranchear (zelfstandig naamwoord rancheria of rancho), dat oorspronkelijk in de soldatentaal betekende het inbeslagnemen van woonruimte.
Ranch staat in tegenstelling tot range, de open weidegronden, die in de kolonisatietijd van het W. van de V.S. gemeenschapsbezit waren van alle in een bepaalde streek wonende veeboeren. Deze instelling dankte haar bestaan enerzijds aan de pioniersmentaliteit, anderzijds aan het ontbreken van het voor de omrastering benodigde hout en verdween met het toenemen der bevolkingsdichtheid en de uitvinding van het prikkeldraad, waardoor een goedkope afgrenzing van het weidegebied mogelijk werd.