Zuidfrans dichter (1530 ca 1581), uit Lectoure (Gascogne), behoort tot een kleine groep dichters, die, opgewekt door de klaroenstoot van Du Bellay’s Défense et Illustration de la langue française, en overtuigd dat het Gascons voor geen andere taal behoefde onder te doen, als men het maar „cultiveerde”, in het Zuidwesten van Frankrijk een tijdelijke opbloei der dialectpoëzie in het leven riep. Ook Du Bartas behoort tot deze groep.
De Garros, Calvinist als deze, toonde een merkwaardig dichterlijk talent door zijn vertaling van de Psalmen, beter dan die van Marot, door zijn Poésies gasconnes, zijn Vers héroïcs en zijn Eglogues. Uitgaaf van zijn werken door A. Durrieux, (Auch-Foix 1895).