(ructus, eructatio) zijn het gevolg van het ontsnappen van lucht of gassen uit de maag. Wanneer de gasbel in de maag te groot wordt, gaat de cardia open en kan een deel van het gas door de slokdarm ontwijken.
Soms komt een geringere hoeveelheid zure, bittere of brandende maaginhoud mee naar boven. De klacht over oprispingen wordt gehoord van mensen, die al of niet bij het eten veel lucht inslikken (aerophagie) of die gistings- of rottingsprocessen in de maag hebben, waarbij gassen ontstaan. Ook stoornissen in de lediging van de maag geven soms aanleiding tot veelvuldige oprispingen. Na het gebruik van bepaalde spijzen (bijv. radijs, ramenas) of koolzuurhoudende dranken hebben ook bij normale mensen dikwijls oprispingen plaats.