is een der rechterlijke beslissingen waarmede een strafproces kan eindigen. Als het onderzoek ter terechtzitting is voltooid en niet heeft geleid tot de einduitspraak „nietigheid van de dagvaarding”, „onbevoegdheid van de rechter” of „niet-ontvankelijkheid van het O.M.”, komt de rechter tot de einduitspraken vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of veroordeling.
Vrijspraak wordt gegeven indien het telastegelegde feit niet is bewezen, ontslag van rechtsvervolging indien het telastegelegde en bewezen verklaarde feit niet strafbaar is (d.i. niet beantwoordt aan een wettelijke omschrijving) of de dader deswege niet strafbaar is (d.i. zich beroepen kan op een strafuitsluitingsgrond). In het laatste geval kan het ontslag van rechtsvervolging soms gepaard gaan met het opleggen van maatregelen, nl. bij ontoerekeningsvatbaarheid. De ontoerekeningsvatbare, die ontslagen wordt van rechtsvervolging, kan geplaatst worden in een krankzinnigengesticht en/of ter beschikking gesteld worden van de regering (art. 37 v.v. W.v.Sr.).