(Setaria P.B.) is de naam van een Grassen-geslacht met 80 i-jarige soorten, gekenmerkt door tot een dichte, cylindrische of gelobde aarpluim verenigde, aan de voet door ronde borstels omgeven, bij rijpheid zonder deze afvallende, ruggelings samengedrukte, 1-bloemige aartjes met 3 kelkkafjes, waarvan het bovenste meest nog een onvolkomen bloem steunt, en verhardende kroonkafjes.
Tot de Nederlandse flora behoren 3 tot 40 cm hoge soorten: de Groene Naaldaar (z. viridis P.B.), met een opstijgende stengel en een dichte, cylindrische, niet gelobde, groene aarpluim algemeen op bouw- en moesland, en de zeldzamere Kransnaaldaar (S. verticillata P.B.), met een vooral onderaan telkens onderbroken schijnaar, en Zeegroene Naaldaar (S. pumila R. et Sch., syn. glauca P.B.), die aan de talrijke geelachtig rode borstels goed kenbaar is. Als vogelvoeder gekweekt wordt S. italica P.B., uit Zuid-Europa, meterhoog met een 1 cm dikke stengel en een gelobde, boven overhangende pluim,
