Wat is de betekenis van Naaldaar?

2024-04-30
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

NAALDAAR

(Setdria). Grassengeslacht, waarvan in Zeeland twee soorten regelmatig voorkomen: de groene naaldaar (S. vfridis) en de zeegroene naaldaar (S. glaüca). Beide soorten kwamen oorspronkelijk niet in Zeeland voor, maar zijn thans ingeburgerd langs een aantal middelgrote wegen met fietspaden of parkeerplaatsen met tegel- of kli...

2024-04-30
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Naaldaar

Eenjarig gras (Selaria sp.), dat als onkruid veelvuldig op zandig bouwland voorkomt.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Naaldaar

s.; groene —, griene swartkopraei; zeegroene —, skiere swartkopraei.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naaldaar

v., plantengeslacht, tot de grassen behorende, aldus genoemd omdat de aartjes door stekelige borstels omhuld worden (Setaria).

2024-04-30
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

NAALDAAR

(Setaria P.B.) is de naam van een Grassen-geslacht met 80 i-jarige soorten, gekenmerkt door tot een dichte, cylindrische of gelobde aarpluim verenigde, aan de voet door ronde borstels omgeven, bij rijpheid zonder deze afvallende, ruggelings samengedrukte, 1-bloemige aartjes met 3 kelkkafjes, waarvan het bovenste meest nog een onvolkom...

2024-04-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Naaldaar

(Setaria of Panicum), een plantengeslacht van de fam. der grassen, aldus genoemd omdat de aartjes door stekelige borstels omhuld worden. In Ned. komen drie eenjarige soorten niet algemeen voor: de zeegroene n. (S. glauca), de kransnaaldaar (S. verticillata) en de groene n. (S. viridis). Deze laatste soort wordt in de subspecies italica (trosgierst)...

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naaldaar

v./m. (-aren), Setaria.

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Naaldaar

plantengeslacht, zie Setaria.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Naaldaar

Naaldaar v. een plantengeslacht, tot de grassen behoorende, waarvan er drie soorten in Nederland worden gevonden: de gele, de groene en de kransbloemige naaldaar (setaria).