Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

MORINDA

betekenis & definitie

L., plantengeslacht uit de familie van de Rubiaceeën met 60 soorten in de tropen, vnl. in Z.O.-Azië, houtgewassen met schubvormige steunblaadjes en bladokselstandige of tot schermen verenigde bloemhoofdjes, waaruit meest een zamelvrucht van steenvruchtjes met 2 of 4 1 -zadige steentjes voortkomt.

De bekendste soort is M. citrifolia L., de bengkoedoe der Maleiers, een kleine boom met grote bladeren van de Indische kusten, overal aangeplant om de wortels, uit welker schors men de gele kleurstof morindine verkrijgt, een glucoside van het oranjerode morindon (z batikken). Voor hetzelfde doel gebruikt men de in Z.-Azië zeer verspreide M. tincloria Roxb., een tot 15 m hoge boom met iets kleinere bladeren en langer gesteelde bloemhoofdjes, voorts M. umbellata L., een klimheester met langwerpig-lancetvormige bladeren en schermen van hoofdjes, in welks wortelschors morindon voorkomt.

< >