(Zwolle 22 Juli 1898 - 5 Nov. 1937) is een der talentvolste jongere Protestantse romanciers in Nederland geweest (pseudoniem J. K. van Eerbeek).
Hij trachtte in zijn romans en novellen, die vol van fijne humor zijn, zichzelf en zijn lezers de zin achter ’s levens schijnbare zinloosheid te doen beseffen.Bibl.: Verhalen (1930, herdr. onder de titel: Burgers van Nijstad, 1937); Gesloten Grenzen (1935); Strooschippers (1935); Beumer en Go. (1937); Asunción. Het Spaansche Sprotje (1938); De doeve (1938).
Lit.: Roel Houwink e.a., J. K. van Eerbeek in Memoriamuitgave (1938).