Duits sexuoloog (Kolberg 14 Mei 1868 - Nice 15 Mei 1935), was aanvankelijk leider van een sanatorium in Maagdenburg (1894). Hij was de eerste Duitse „Sexualpolitiker”, de voorvechter van een massa-beweging voor sexuele hervorming op rationalistisch-humanitaire grondslag.
In 1897 stichtte hij te Charlottenburg het Wissenschaftlich-humanitäre Komitee, dat over de hele wereld opkwam voor de sociale en juridische gelijkgerechtigheid der homosexuelen, in 1899 het Jahrbuch für sexuelle Zwischenstufen, dat 20 jaargangen beleefde, in 1908 het Zeitschrift für Sexualwissenschaft, in 1913, samen o.a. met Iwan Bloch, de Aerztliche Gesellschaft für Sexualwissenschaft und Eugenetik. Sinds 1910 als specialist-sexuoloog in Berlijn werkzaam en zeer gezocht als expert in sexuele strafzaken, opende hij in 1919 het Institut für Sexualwissenschaft, dat later door de staat werd overgenomen en waarvan hij tot de opheffing door de Nazi’s in 1933 leider bleef. In tegenstelling met de meer academische Sexuologen, zoals Albert Moll, ontvouwde Hirschfeld een krachtige, politiek-organisatorische activiteit, die in 1926 leidde tot de oprichting van de Weltliga für Sexualreform, waarvan Hirschfeld, Forel en H. Ellis de eerste presidenten waren (ontbonden 1936).Bibi.: Sappho und Sokrates (1897); Naturgesetze der Liebe (1912); Die Transvestiten (1910); Die Homosexualität des Mannes und des Weibes (1914); Sexualpathologie (2de dr., 3 dln 1921-1928); Geschlechtskunde (1930).