(le V(e)au), Frans architect (Parijs 1612 - il Oct. 1670), werd de bouwmeester van Mazarin, minister Fouquet en in 1654 „architecte du roi” i.c. van Lodewijk XIV. Hij maakte reeds vroeg naam met het Hôtel Lambert te Parijs in 1640.
In 1653 begon hij het kasteel Vaux-le-Vicomte voor Fouquet, waarvoor Lenôtre het park ontwierp. Van 1655-1670 had hij de leiding van de bouw van de kerk St-Sulpice te Parijs en van het Louvre. Hiervan voltooide hij, met medewerking van zijn schoonzoon François Dorbay (d’Orbay), de zuid- en noordvleugels. Voor Mazarin begon hij, eveneens samen met Dorbay, in 1662 met het Collège Mazarin (nu Institut de France). In 1664 kreeg hij de leiding van de verbouwing der Tuilerieën, waar hij ter weerszijden een vleugel aanbouwde met de hoekpaviljoens ,,Marsan” en „de Flore”. In 1665 begon hij de uitgebreide veranderingen van het slot te Versailles; hij bouwde hier de Cour d’Honneur.Hoewel zijn bouwwerken in het algemeen wat zwaar en niet zeer verfijnd, noch van verhoudingen noch van details, genoemd kunnen worden, moet hij, door zijn zeer belangrijke werkzaamheden tot de vooraanstaande architecten der 17de eeuw gerekend worden.
Lit.: R. Blomfield, History of French Architecture from Charles VIII till Mazarin 2 dln (1911); A. E. Brinckmann, Die Baukunst des 17. u. 18. Jhdts i. d. romanischen Ländern (Potsdam 1929).
