Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LOCKYER

betekenis & definitie

Sir (Joseph) Norman, Engels natuur- en sterrenkundige (Rugby 17 Mei 1836 Sidmouth 16 Aug. 1920), werd in 1881 hoogleraar aan het Royal College of Science; van 18851913 was hij directeur van het Solar Physics Observatory in South Kensington. Lockyer was een der eersten die de spectroscopie in de sterrenkunde toepasten.

Hij begon met het spectrum van de zon te bestuderen; in 1868 ontdekte hij, tegelijk met, en onafhankelijk van, de Franse astronoom Janssen, een methode om ook buiten zonsverduisteringen de protuberansen te kunnen waarnemen. Daarbij ontdekte hij het element helium, lang voordat dit op de aarde gevonden was. Verder vond hij bij onderzoekingen in het laboratorium, dat, bij stijgende temperatuur van de lichtbron, bepaalde lijnen in het spectrum van ijzer veel sterker worden, een ontdekking, die van veel belang is bij de bestudering van spectra. In 1887 publiceerde hij zijn classificatie van de spectra van de sterren, die in ruwe trekken overeenkomt met de thans aangenomene. In 1912 vestigde hij zich te Sidmouth en stichtte daar het Hill Observatory. Na zijn dood werd dit bestuurd door zijn zoon William J. S. Lockyer; sinds 1922 heet het Norman Lockyer Observatory. Men houdt er zich vnl. met spectroscopische onderzoekingen der sterren bezig.Bibl.: Elementary Lessons in Astronomy (1868); Questions on Astronomy (1870); Contributions to Solar Physics (1873); The Spectroscope and its Applications (1873); Primer of Astronomy (1875) ; Studies in Spectrum Analysis (1878) ; Star Gazing, Past and Present (1878) ; The Movements of the Earth; The Chemistry of the Sun (1887); The Meteoritic Hypothesis (1890); The Dawn of Astronomy (1894); Sun’s Place in Nature (1897); Inorganic Evolution as Studied by Spectrum Analysis (1900).

Lit.: J. Mary en W. L. Lockyer, Life and Work of Sir N. L. (1928).

< >