Zuidhollandse gemeente, groot 3594 ha, met (1950) 12 040 inw., van wie (1947) 68 pct R.K., 25 pct Prot. en 7 pct andersdenkenden, strekt zich ter weerszijden van de Vliet, ten N.O. van ’s-Gravenhage en Voorburg uit. In 1938 werden de gemeente Stompwijk (5115 inw.) en de gemeente Veur (3950 inw.) verenigd tot de gemeente Leidschendam; het ten W. van de Vliet gelegen deel vormt de bebouwde kom der gemeente.
Leidschendam ontleent zijn naam aan de dam in de Vliet, die de waterscheiding vormt tussen het hoogheemraadschap Rijnland (ten N.) en Delfland (ten Z.); deze dam werd ca 1491 vervangen door een schutsluis (in 1950: 53 754 vaartuigen met een totaal van 2 278 661 bruto reg.ton). Bij Leidschendam is aan de spoorlijn Den Haag - Rotterdam een belangrijke groenteveiling gevestigd.