is de titel van een der heilige schriften van het Mahâyâna-boeddhisme (z Boeddhisme). In zijn huidige vorm, die een afwisseling van proza en verzen vertoont, is het waarschijnlijk een uitbreiding van een oorspronkelijke Boeddha-biografie van de secte der Sarvâstivâdins.
Het behandelt zeer uitvoerig de jeugd van de Boeddha tot zijn eerste prediking en getuigt voortdurend van de grote eerbied voor de Bodhisattva, een der kenmerken van het Mahâyâna-boeddhisme.
Bibl.: Voll. Franse vert. d. Ph. E. Foucaux, Ann. Mus. Guimet 6, 19 (Paris 1884-1892).