(Frans: „de staat ben ik”) is een uitspraak, die Lodewijk XIV in de mond gelegd wordt om het absolute regeringsstelsel van die vorst te kentekenen. Volgens de legende zou de koning deze woorden gebruikt hebben, toen hij op 13 Apr. 1655, in jachtcostuum, de rijzweep in de hand, in het Parlement van Parijs een „lit de justice” hield.
Een raadsheer, die tegenover de regering het „staatsbelang” inriep, zou hij met deze woorden de mond hebben gesnoerd.Lit.: G. Büchmann, Geflügelte Worte (26ste dr. 1926); Gh. Rozan, Petites ignorances histor. et littér. (1888), blz. 199 v.