noemt men een overeenkomst tussen verzekeraars eikaars verzekerden niet tot vergoeding aan te spreken. Heeft een verzekeraar zijn verzekerde diens schade vergoed, dan treedt hij in alle rechten, die deze ter zake daarvan tegen derden mocht hebben (art. 284 W.v.K.).
In geval dus van een aanrijding of een aanvaring kan de verzekeraar der schade lijdende partij na de betaling der schadevergoeding de schuldige veroorzaker daarvan aanspreken, die, is hij tegen de op hem rustende aansprakelijkheid verzekerd, op zijn verzekeraar terug kan vallen. In werkelijkheid loopt het dan uit op een regeling tussen de twee verzekeraars. Deze uitkomst betekent nu eens een voordeel voor de ene verzekeraar, dan voor de andere uit doorgaans een kleine kring van steeds dezelfde verzekeraars. In zulk een kring sluit men dan een „knock-for-knock-agreement”, waardoor men, op het geheel gemeten, de gelden, die anders weggaan aan proceskosten, verdient.Lit.: T. J. Dorhout Mees, Schadeverzekeringsrecht, 2de dr. (1947), blz. 368-369.