graaf, Hongaars schrijver (Rudabanya 16 Oct. 1725 - Szakolcza 21 Dec. 1801), diende in het leger en werd later als generaal gepensionneerd. In een roman in verzen schiep hij twee types, die bij het Hongaarse volk zijn blijven leven, nl. de notaris van Peleske en Rontó, de eerste deserteur in de Hongaarse literatuur.
In Avonturen van een Dorpsnotaris (Presburg 1790), bespot hij de adellijke maatschappij zijner dagen. Een anonymus zette het werk voort en beschreef de avonturen van deze notaris in de onderwereld. In zijn tweede werk Rontó Pálnak (1793) treedt de deserteur Rontó op naast de grootste avonturier uit de 18de eeuw, Benyorszky.