Belgisch psychiater (Gent 2 Febr. 1797 - 1 Apr. 1860), werd doctor in de geneeskunde 31 Juli 1819 aan de toen pas gestichte Universiteit van Gent. Hij bekommerde zich als arts om het lot der krankzinnigen en publiceerde in 1825 zijn Traité sur l’aliénation mentale et les hospices d'aliénés. Benoemd in 1828 tot hoofdgeneesheer der gestichten voor krankzinnigen, vestigde hij de aandacht op de invloed van de geestessmart in het ontstaan der psychische ziekten; op dat gebied verscheen van hem in 1835 zijn beroemde Traité sur les phrénopathies die in verscheidene talen werd vertaald.
Hij ijverde voor een meer humane verpleging van de krankzinnigen. In 1835 werd hij hoogleraar in de physiologie aan de Gentse Universiteit. Later gaf hij colleges over de geschiedenis der geneeskunde, hygiëne en geestesziekten. Hij was lid van de Belgische Académie de Médecine, alsook van die van Frankrijk. Zijn standbeeld werd 16 Juli 1887 te Gent onthuld. A. J. J. VAN DE VELDE
Lit.: Brierre de Boismont, Esquisse de médecine mentale, J. G., sa vie et ses écrits (Paris 1867) ; S. Biffi, Opere complete II (Milano 1902), 389-403.