aartsbisschop van Canterbury (Sowerby, Yorkshire, Oct. 1630 - Canterbury 22 Nov. 1694), was in puriteinse kring geboren, maar werd reeds gedurende zijn studie te Cambridge meer latitudinair, doch geenszins hoogkerkelijk gezind. Hij werd predikant te Londen, dean van Canterbury, onder Willem III dean van St Paul’s en in 1691 aartsbisschop van Canterbury als opvolger van Sancroft.
In de avondmaalsleer neigde hij tot Zwinglianisme; hij was een van de beroemdste predikers zijner eeuw, wiens voorbeeld ook buiten Engeland later nog lang werd nagevolgd.Bibl.: Sermons, 14 vols (1671-1704); Works, 3 vols (1752) m. biogr. d. Th. Birch.
Lit.: G. Burnet, History of his own Time (1723-34); J. Le Clerc, Het leven van J. T. (1725).