Engels componist en sterrenkundige (Dunstaple ca 1370-Londen 24 Dec. 1453). Van zijn leven is vrijwel niets bekend; op zijn naam staan 45 composities, voor het merendeel driestemmig bewerkte geestelijke en wereldlijke liederen met kunstige instrumentale begeleiding en op soortgelijke wijze gecomponeerde misdelen.
De grote betekenis van Dunstable ligt — afgezien van de ook voor onze tijd geldende aesthetische waarde van zijn werken — in het feit dat hij de schakel vormt tussen de Ars Nova en de „Nederlandse” school, waarvan de eerste meesters, Dufay en Binchois, door hem zijn beïnvloed.Lit.: Eric Blom, Music in England (London 1942).