Byzantijns philoloog (Constantinopel ca 1112 - na 1180), was van even grote belezenheid als onnauwkeurigheid en waanwijsheid, schrijver van vele werken in proza en dichtvorm, waarin hij zijn geleerdheid uitstalt, o.a. een gedicht in Hexameters Antehomerica, Homerica, Posthomerica, een paraphrase en aanvulling van de Ilias, en een verzameling mythologische, literair-historische en historische wetenswaardigheden in politische verzen, getiteld Historiae of Chiliades. Ook stelde hij Scholia op Homerus, Hesiodos, Aristophanes, Lycophron e.a. samen. Zijn oudere broeder Izaak (Constantinopel ca 1110 - einde 1138) schreef een leerdicht over de versmaten van Pindarus, uitg. d.
A. B. Drachmann (Kobenhavn 1925).Bibl.: Antehomerica, Homerica, Posthomerica, ed. I. Bekkei (Berolini 1816); Chiliades, ed. T. Kiessling (Leipzig 1826); Scholia in Lycophronem, uitg. in: Lycophronis Alexandra, ed. E. Scheer, II (Berolini 1908).
Lit.: G. Wendel, J. T., in: Pauly Wissowa’s Realenc., 2e Reihe VIT A (1948), met lit.opg.