Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jan de COCK

betekenis & definitie

(Well ensz.), Vlaams schilder (Antwerpen vóór 1485-ca 1528), als leerling ingeschreven in 1506 in het schildersgenootschap te Antwerpen, werd deken van het genootschap in 1520, en moet kort vóór 1528 gestorven zijn, omdat in dit jaar zijn vrouw als weduwe vermeld wordt. Hij had twee zonen, schilders: Hieronymus en Matthijs.

In 1507 en 1508 ontving hij betalingen voor de decoratieschildering in de O.L. VrouwKerk te Antwerpen. Voor de studie van zijn werk moet men als uitgangspunt nemen de H. Christoffel van de verzameling-von Bissing te München, waarvan een gravure bestaat met de naam Jan Cock.

Om dit werk heeft men tal van schilderijen verzameld, die een maniëristisch karakter hebben en dikwijls voorstellingen in de trant van Hieronymus Bosch weergeven.PROF. DR LEO VAN PUYVELDE

Lit.: Rombouts-van Lerius, Liggeren, I (1864), 65, 87, 94; F. J. vandenBranden, Geschied. Antw. Schilderschool (1 883), 289; M.

J. Friedländer, Altn. Malerei, X (1934) 69, XI (1934)» 59 125, Miscellanea Leo van Puyvelde (1949); P. Wescher, in Ztschr.

Bild. Kunst, LIX (1925), 147; J. J. de Gelder, Burlington Magazine, IX, 68.

< >