Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Infusie

betekenis & definitie

is het laten inlopen van grote hoeveelheden (1/2 tot 5 of zelfs 10 l) steriele vloeistoffen in het aderstelsel of onderhuids. Men doet dit ter aanvulling van een tekort aan water en zouten, indien het niet mogelijk is dit tekort aan te vullen door drinken, bijv. doordat de zieke braakt of bewusteloos is.

Belangrijke tekorten aan water en zouten komen bij tal van ziektetoestanden voor. De meest gebruikte oplossing is een isotonische, zgn. physiologische, d.i. 0,9 pct keukenzout oplossing (NaCl). Soms is een isotonische (5 pct) glucose-oplossing nodig, zelden een isotonische (1,3 pct) natriumbicarbonaat-oplossing of een oplossing, die kaliumzouten bevat. De herkenning en behandeling van water- en zouttekort is menigmaal van beslissende betekenis voor het herstel. Niet zelden moet de toediening van vocht worden gecombineerd met die van bloed of van bloedplasma. Het nodige instrumentarium is betrekkelijk eenvoudig; het bestaat in hoofdzaak uit een injectienaald met een daaraan verbonden slang en een reservoir voor de vloeistof (z bloeding en bloedtransfusie).

< >