zijn retributies, welke verschuldigd zijn voor overschrijving van akten en inschrijving van borderellen van hypotheek aan de kantoren van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen, voor het verstrekken van schriftelijke inlichtingen en uittreksels uit de aldaar berustende stukken (met name uittreksels uit de kadastrale leggers en de kadastrale plans) en voor het inzien van die stukken; zij zijn vastgesteld bij de wet van 3 Apr. 1922, Stbl. no 166.
Lit.: G. J. KIuvers, Het Kadaster, de hypothecaire boekhouding en het scheepsregister (2de dr., Groningen 1937).