of solidariteit heeft plaats indien verschillende schuldeisers of schuldenaren in dier voege tot dezelfde prestatie in haar geheel gerechtigd of verplicht zijn, dat door voldoening aan of door één hunner de verbintenis* voor allen te niet gaat. De eerste vorm heet actieve hoofdelijkheid: ieder van twee of meer schuldeisers kan het geheel opeisen maar de schuldenaar behoeft slechts eenmaal te betalen; de tweede heet passieve hoofdelijkheid: ieder van twee of meer schuldenaren is het geheel schuldig, maar de schuldeiser mag slechts eenmaal het verschuldigde ontvangen.
Beide vormen kunnen ook tegelijk optreden. Het Romeinse recht kende twee soorten van hoofdelijkheid, de solidariteit (Lat. teneri in solidum) en de correaliteit (Lat. Correi of conrei debendi); dit onderscheid is verdwenen in het Nederl. burgerlijk recht (zie Ned. B.W. artt. 1314-1331) dat overigens de Romeinse regeling in hoofdzaak volgt. Actieve hoofdelijkheid ontstaat uit „titel”, d.i. meestal een overeenkomst en komt zelden voor; passieve, die veel voorkomt, ontstaat uit overeenkomst of krachtens de wet, bijv. in geval van een vennootschap onder firma.Lit.: Asser-Losecaat Vermeer, Verbintenissenrecht (1939), blz. 83-115.