geb. Van Oordt, Nederlands schrijfster (Kralingen 26 Oct. 1875-8 Mrt 1941), publiceerde op 50-jarige leeftijd haar eersteling, de roman Het goed van Cronaert, te beschouwen als kristallisatie van kinderherinnering.
Bij uitnemendheid is zij de beschrijfster geworden van de tijd op de grenzen van het heden en het recent verleden, van een uitgebloeid handelspatriciaat, waartoe zij door geboorte zelf heeft behoord.Bibl.: Het goed van Cronaert (1925); De wrok van Diederik Spijkerboer (1928); De Lofzang der Schamelen (1929); Het zonnetje in het paradijs (1931); Jonker Costijn (1934); Een martelaarskroon voor Joris Praet (1935).
Lit.: H. J. Mulder, Het werk van Hendr. K.-v. O. (1937).