Duits politicus (Fallersleben ii Dec. 1887 - Berlijn 15 Dec. 1941), begon zijn loopbaan als ambtenaar bij de Justitie en trad reeds vroeg toe tot de N.S.D.A.P. In 1928 werd hij lid van de Pruisische landdag en in Mei 1932 voorzitter.
Na de „machtsaanvaarding” benoemde Göring hem tot Pruisisch minister van Justitie. In Juni 1934 werd hij Rijksminister zonder portefeuille. Kerrl werd vooral belast met de vraagstukken der ruimtelijke ordening, later ook met de kerkelijke aangelegenheden. Hij slaagde er echter niet in, tot een bevredigende oplossing voor de verhouding tussen Kerk en Staat te komen.