(gest. 1000), de meest vermaarde uit het aloude, machtige, met de Ynglingendynastie naar de heerschappij over Noorwegen dingende, Trondhjemsejarlen-vorstengeslacht. Door intriges bewerkte hij de dood van koning Harald Gráfeld — wraak voor de doodslag, door deze op zijn vader Sigurd gepleegd —; hij erkende, schijnbaar, het gezag van de Deense koning over Noorwegen en gaf voor tevreden te zijn met de waardigheid van stadhouder, steunde zijn opperheer in diens strijd tegen de Duitse keizers; maakte zich nad.en onafhankelijk en versloeg de Denen in de Hjörungavág.
Zijn toenemende heerszucht verwekte een opstand, de jarl werd in een hok op de hoeve Rimul, waar hij zich verscholen had, door zijn dienaar Kark gedood. Hij is de held van Öhlenschläger’s tragedie Hakon jarl.
