of trap naar de Parnassus is de naam voor een hulpmiddel bij de vervaardiging van Latijnse verzen, hetgeen in vroegere eeuwen tot de kundigheden, die de beoefenaar der oude talen moest aanleren, behoorde. Zulk een werk gaf de kwantiteit der lettergrepen en de door het metrum vereiste plaats der woorden en woordvormen in het vers aan, ook synoniemen enz., alles met plaatsen uit de auteurs gestaafd.
De eerste „Gradus ad Parnassum” is door de Jezuïet Paul Aler vervaardigd, te Keulen in 1702 en later uitgegeven, het laatst in 1879 door Koch. Ook de Prosodia van Henricus Smetius (ed. ultima Amsterdam 1658) is een dergelijke handleiding, evenals de Palaestra Musarum van M. Seffert (5de dr., 1864). Een Griekse Gradus ad Parnassum gaven Maltby (1815), Brasse (1832) en Siedhof (1839) uit.