is de Griekse naam voor extatisch spreken, in het N.T. „spreken in tongen” (bijv. I Corinth. 12-14, „talen van mensen en engelen” I Cor. 13 : 1), een verschijnsel, dat van bloot emotioneel geluidgeven tot mystieke godsverheerlijking reikt, maar steeds meebrengt, dat de spreker het beschouwt als gehoorzamen aan een drang.
Het kan zo gearticuleerd wezen, dat men de indruk krijgt, dat iets in een aan de hoorder onbekende taal wordt voorgedragen. Extase is een toestand, waarbij het normale bewustzijn verdrongen is door andere inhouden, die door de extaticus beseft worden als van hoger herkomst. Vandaar dat het N.T. hier spreekt van „charismata”, d.w.z. gaven door de H. Geest verleend.
Paulus zelf kende deze gave, maar stelt haar achter bij de begrijpbare verkondiging. De Handelingen der apostelen (2 : 3-13) spreken wellicht van een glossolalie in aan de sprekers onbekende talen. Extatisch spreken is een verschijnsel, dat ook heden nog voorkomt in verschillende vormen.