(Parietaria L.) is de naam van een niet brandend geslacht uit de familie der Urticaceeën met een 7-tal soorten in de gematigde en tropische gewesten. Het onderscheidt zich door verspreide, gaafrandige bladeren zonder steunblaadjes en éénhuizige, in kluwens in de oksels der bovenste bladeren zittende bloemen.
De mannelijke bloemen hebben vier bloemdekblaadjes en vier meeldraden, de vrouwelijke een vierdelig bloemdek en een eenhokkig vruchtbeginsel met een enkele atrope zaadknop en een pluimvormige stempel. De dopvruchtjes blijven door het verdroogde, uitgerekte bloemdek omgeven. In Nederland heeft men van dit geslacht twee soorten, vnl. op oude muren, puinhopen enz., de rechtopstaande, tot 90 cm hoge P. officinalis L. (syn. P. erecta M. et K.) en de veel kleinere, liggende, sterk vertakte P. ramiflora Moench. (syn. P. diffusa M. et K.).