Wat is de betekenis van Glaskruid?

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Glaskruid

(Pariëètaria), zeldzame plantjes uit de Brandnetelfam.*; op oude muren, ruïnes enz. (P. erecta of ofpcinalis) en liggend G. (P. ramiflora).

2025-07-16
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GLASKRUID

(Parietaria L.) is de naam van een niet brandend geslacht uit de familie der Urticaceeën met een 7-tal soorten in de gematigde en tropische gewesten. Het onderscheidt zich door verspreide, gaafrandige bladeren zonder steunblaadjes en éénhuizige, in kluwens in de oksels der bovenste bladeren zittende bloemen. De mann...

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Glaskruid

Glaskruid - (Parietaria) behoort tot de netelachtigen en omvat zeven kruidensoorten met gaafrandige, breede bladeren en bloemen als groenachtige kluwens in de bladoksels. De bekendste is P. officinalis, het g., dat in Ned. ook aangetroffen wordt. Bouman.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Glaskruid

Glaskruid - zie PARIETARIA.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

glaskruid

o., Pariet aria.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Glaskruid

GLASKRUID, o. (plantk.) zekere plant met zeer brozen stengel, behoorende tot de familie der netelachtigen het groot glaskruid (parietaria officinalis), ook wel muurkruid en perzikkruid geheeten; het klein glaskruid (parietaria erecta).

Gerelateerde zoekopdrachten