is de inheemse naam van het oude Aethiopisch, waarin de oude Christelijke literatuur van de Aethiopiërs geschreven is (z Aethiopië, Aethiopische taal en letterkunde). De naam Ge’ez gaat waarschijnlijk terug op een oude stamnaam, maar heeft anderzijds ook de betekenis van „vrij” en „onafhankelijk”.
Deze taal is waarschijnlijk vóór de 10de eeuw als spreektaal uitgestorven, maar wordt nog in de Christelijke liturgie van de huidige Aethiopiërs gebruikt.