Wat is de betekenis van gat?

2024-12-07
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-07
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gat

1) (15e eeuw) (inf.) anus; achterste; billen. Eigenlijk: opening (in het menselijk lichaam). • .... also dat de man op zijn gat gingh sitten. (Gerrit de Veer: Waerachtighe beschryvinghe van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt ghehoort. 1598) We trekken dat hier aan die boerentrien haar gat... (Constantijn Huygens: Trijntje...

2024-12-07
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gat

gat - Zelfstandignaamwoord 1. opening Een gat in de muur boren. 2. overdrachtelijk: een tekort of ontbrekend deel Een gat in de begroting. Er zitten gaten in zijn verhaal. 3. (meervoud)...

2024-12-07
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gat

gat - zelfstandig naamwoord 1. ruimte die niet gevuld is ♢ er zit een gat in mijn sok 1. een gat in de markt [iets waar behoefte aan is en dat er nog niet is] 2. hij heeft een g...

2024-12-07
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Gat

Gat - 'een gat trekken': een opening forceren in de defensie van de tegenstander. Vb.: Völler trekt het gat. 'In het gat sprinten': naar een zwakke plek in de vijandelijke verdediging sprinten.

2024-12-07
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

gat

Afstand tussen de koplopers en het (achtervolgende) peloton. Ook wel: gaatje. Frans: trou. Engels: gap. Op het moment dat de politie mij tegenhield, lag ik nog steeds voor. Het gaatje was nog een meter of 200. (NRC Handelsblad, 03/06/1988)

2024-12-07
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

gat

(het; -en) - afstand tussen (een) renners) en achtervolger(s), syn. kloof, (Belg.N.) gaping: een gat laten vallen, de voorganger, al dan niet met opzet, laten gaan zodat afstand ontstaat; een gat van 150 m slaan, een dergelijke voorsprong nemen; een gat toerijden, dichtrijden, dichten, een achterstand goedmaken; hij dook in het gat, (bij een (eind)...

2024-12-07
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

gat

(het; -en) LO - afstand tussen koplopers) en achtervolgers: een gat van 60 m, van 10 seconden slaan, een dergelijke voorsprong nemen: een gat laten vallen, een afstand laten ontstaan tussen een koploper en de achtervolgende groep.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-07
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

gat

- het gat uitgaan/uittrekken, weggaan, ervandoor gaan.’ - geen stamp onder zijn gat verdienen, niets waard zijn.’ - met zijn gat in de boter vallen, veel geluk hebben, het treffen, met zijn neus in de boter vallen. Je kan van de regen in de drop terechtkomen, maar je kan ook met je gat in de boter vallen. Dat laats...