(Koningsbergen 29 Juni 1815 - Berlijn 2 Juni 1881), aanvaardde 9 Dec. 1862 de portefeuille van Binnenlandse Zaken in het ministerie-Bismarck en behield die tot 1878. Hij was een ijverig voorstander van de staatkunde van de rijkskanselier, zodat hij aanvankelijk met de liberale oppositie te worstelen had.
Zijn streven aan de provincies en steden meer zelfstandig beheer te bezorgen stuitte ten slotte ook op Bismarck’s verzet.