Men spreekt van „folie à deux”, wanneer een geesteszieke zijn ziekte als het ware overdraagt op iemand uit zijn omgeving, zodat deze dezelfde verschijnselen ontwikkelt of in de juistheid van de wanen van de zieke gaat geloven. Men spreekt ook wel van „psychische infectie” of van „geïnduceerde psychose”.
Wordt de aldus geïnduceerde van de zieke verwijderd, dan verdwijnen de verschijnselen meestal snel. Bij het ontstaan van deze inductie speelt de suggestie een grote rol. Het ontstaan van een folie à deux kan bevorderd worden door de zeer nauwe band tussen de beide persoonlijkheden, een gelijke praedispositie, een opzien en bewonderen van de zieke persoon. Het bekendst is de folie à deux bij waanvormende ziekten; zij komt echter ook voor bij melancholie.