Italiaans wiskundige (Napels 12 Mrt 1859 - 12 Sept. 1906), wist zich na een moeilijke jeugd door eigen inspanning omhoog te werken, publiceerde verscheidene belangrijke verhandelingen en werd in 1886 tot hoogleraar in de algebraïsche analyse aan de universiteit te Palermo benoemd. In 1891 werd hij hoogleraar in de infinitesimaalrekening te Napels, waar hij vijftien jaar later bij een poging, zijn zoontje uit het water te redden, met deze verdronk.
Zijn studiën bewegen zich op velerlei gebied, en wel hoofdzakelijk op dat van de meetkunde, de getallenleer, de infinitesimaalrekening, de waarschijnlijkheidsrekening en de mathematische fysica. In het bijzonder is zijn methode voor de sommatie van divergente oneindige reeksen voor de analyse van belang gebleken.Bibl.: Excursions arithmétiques à l’infini (Ann. di Mat. 1885); Lezioni di Geometria intrinseca (1896; ook in het Duits); Elementi di calcoli infinitesimali (1899; 2de dr. 1905).