(Londen 8 Nov. 1831 Parijs 24 Nov. i8gi), zoon van Edward George Bulwer, wordt nooit zo genoemd, maar heet als staatsman uitsluitend Lytton (tweede baron Lytton na zijn vaders dood, eerste graaf Lytton sedert 1880), terwijl hij gedichten schreef onder de schuilnaam Owen Meredith. Hij is opgeleid te Harrow en Bonn.
Na lang in diplomatieke dienst te zijn geweest, het laatst als gezant te Lissabon (1875), werd hij onderkoning van Indië (18751880), waar hij veel fiscale en andere hervormingen invoerde en energiek streed tegen voortdurend terugkerende hongersnood. Van 18871891 was hij als gezant te Parijs. Zijn gedichten zijn vaak langdradig. Hij bekoort het meest, wanneer hij schertst, zoals in King Poppy, een luchtig gefantaseerd „epos” (1892).Bibl.: Personal and Literary Letters of Robert, ist Earl of Lytton, ed. by Lady Betty Balfour (1906).
Lit.: Lady Betty Balfour, Hist. of Lord Lytton’s Indian Administration (1899), en het bij Edward George B. L. genoemde boek van Sadleir. Letters from Owen Meredith to Robert and Elizabeth Barrett Browning. Ed.
A. B. en J. L. Harlan (1937).
