Om acetyleen zonder gevaar voor verlichtingsdoeleinden te kunnen bezigen, wordt het gas in stalen cylinders geperst, die met een, met aceton doordrenkte, poreuze massa gevuld zijn. Onder 12-15 atm druk lost aldus het acetyleen in het aceton op tot het 300-voudig volume daarvan.
Deze oplossing is niet explosief en kan aldus als bron voor het gas (dissous-gas) gebezigd worden.