geboren Binde (Lübz, Mecklenburg, 10 Juni 1867), werd opgeleid voor onderwijzeres, huwde en wijdde zich in hoofdzaak aan de literatuur. Jong weduwe geworden vestigde zij zich te Sachsenhausen.
Haar populaire romans maakten haar naam ook in het buitenland bekend.Bibl.: Die sieben Sorgen des Doktor Joost (1908); Tante Lütte (1909); Die Briefe des alten Josias Köppen (1909); Die nicht sterben dürfen (1911); Der Lügendoktor (1918); Franzosen im Land (1923); Die deutsche Frauenfrage (1919); Die Männer von Oevel (1922); Die Witwen vom Twester Moor (1930); Die Erbschaft der Magd (1935); Das Herz im Holze (1938); Liebe den Sturm (1940); Die Dorfschulzin (1942).
Lit.: K. Pinette, M. D. (Bücherkunde, Jg. 4, 1937).
