noemt men in de planimetrie een stelsel kegelsneden, die dezelfde foci of brandpunten hebben (z focus)en in de stereometrie een stelsel kwadrieken, die dezelfde brandlijnen hebben. In beide gevallen vormt het stelsel een schaar en heeft het de eigenschap, dat twee van de exemplaren (hetzij kegelsneden of kwadrieken) elkander steeds loodrecht snijden.
In de planimetrie gaan door ieder punt P twee en in de stereometrie drie exemplaren van de confocale schaar, en dus bij P twee (resp. drie) waarden van A behoren, die men als („kromlijnige”) coördinaten van P kan beschouwen, en die (zowel in de planimetrie als in de stereometrie) elliptische coördinaten genoemd worden.
