Sir, Voorindisch natuurkundige (Trichinopoly 7 Nov. 1888), Nobelprijswinnaar 1930 na de ontdekking van het Raman-effect, werd in 1917 hoogleraar aan de universiteit te Calcutta. Hij heeft veel gedaan voor de bevordering der natuurkunde in India, naast belangrijke eigen onderzoekingen.
Hij is thans directeur van het Indian Institute of Science te Bangalore.Raman-effect.
Bij bestraling van een vloeistof ziet men, ook in zeer goed gefilterde, een zijdelingse strooistraling. Bestraalt men met monochromatisch licht (één enkele golflengte), dan vindt men deze zelfde golflengte in het verstrooide licht. Behalve deze golflengte ontdekte Raman nog andere golflengten, dicht liggend bij de invallende, maar toch duidelijk er van verschillend. Er kunnen daarbij ook kleinere golflengten voorkomen dan de invallende. Dit is daarom merkwaardig, omdat de daarbij behorende lichtquanten* groter moeten zijn dan de invallende. De quantumtheorie verklaart dit effect en had het overigens reeds voor de experimentele ontdekking voorspeld.