Franse gardeafdeling en paleiswacht uit de tijd van Lodewijk XI tot Lodewijk XV; als ook onder Napoleon III. Op 4 Sept. 1474 richtte Lodewijk XI een „garde de son corps” op uit 100 edellieden, waarvan ieder 2 boogschutters op eigen kosten onderhield.
Spoedig werden zij echter op kosten van de koning onderhouden, en deze 200 „archers” werden als „petite garde du roi” in het paleis gehouden, terwijl de 100 edellieden hem op reis begeleidden. Deze „cent grandes gardes” bleven onafgebroken bestaan tot zij door Lodewijk XV in 1727 werden opgeheven. Eerst Napoleon III stelde ze 24 Mrt 1854 weder in en bracht deze afdeling in de jaren 1856-1857 op 200 man, die gekozen werden uit de flinkst gebouwde manschappen der garderuiterij. In 1870 hield deze wacht op te bestaan, met de val van het keizerrijk.
