(eig. Grieks kenotaphion = ledig graf), sinds oude tijden in Griekenland opgericht als gedenkteken voor een dode, wiens lijk niet te vinden was of die ver van zijn vaderland was begraven.
Het werd gemaakt om voor de overledene de verschuldigde ceremoniën te kunnen vervullen. Ook in Rome geschiedde dit; zowel Vergilius als Horatius kennen het gebruik. Bij de Romeinen was een cenotaphium niet, als een graf, een locus religiosus (om godsdienstige redenen te vermijden plaats), omdat er zich geen lijk in bevond. In onze tijd is soms een cenotaaf opgericht om de doden uit een der grote oorlogen te eren.
Zo bijv. de bekende cenotaaf bij Whitehall te Londen.